Kennismaken met poëzie.
HAVO 4 / VWO 4

 

 
In het kader van cultuur@kennisnet heeft de Zeeuwse Bibliotheek de website Poëzie op Kennisnet gemaakt voor het voortgezet onderwijs.  De website bevat een presentatie van 100 gedichten waarvan er ongeveer 25 te beluisteren zijn. Links naast de pagina verschijnt dan een oortelefoontje. Bij elk gedicht staan 5 soorten opdrachten.

Doelen

  • Met deze opdracht maak je kennis met verschillende gedichten
  • je ervaart dat gedichten ook heel leuk kunnen zijn
  • je leert op verschillende manieren gedichten te onderzoeken
  • je doet meer ervaring op met samenwerken
  • je kan, onder bepaalde voorwaarden, deze opdracht ook gebruiken als schrijfopdracht

Eindresultaat:

Je levert een tekst in ( of andere vorm van presentatie) waarin staat

  1. jullie namen en klas.
  2. datum waarop je het hebt ingeleverd
  3. afdruk van de gedichten
  4. bij elk gedicht waarom jullie dit gedicht hebben gekozen
  5. bij elk gedicht 2 verwerkingsopdrachten
  6. antwoorden op de reflectievragen
  7. een schatting hoe lang jullie aan deze opdracht hebben gewerkt.

Opdracht en werkwijze:

  1. Doe deze opdracht met z'n tweeën.
  2. Hou bij hoe lang je over deze opdracht gedaan hebt. Je krijgt i totaal 4 SLU voor deze opdracht, maar ik wil zien of dat genoeg is.
  3. Start de computer op en maak een leeg Word document.
  4. Start daarna de browser op en surf naar Poezie op Kennisnet.  (  http://www.zeeuwsebibliotheek.nl/index.php?url=/catalogi/poezie_op_kennisnet/ )
  5. Klik in het boekje op Aan de slag
  6. Lees een aantal gedichten uit de verschillende categorieën: Leuk, Uitdagend of Ingewikkeld.
  7. Kies samen 3 gedichten uit die je beide leuk vindt. Er mag er hoogstens een komen uit de categorie Leuk.
  8. Plak en knip deze gedichten in een Word document. Schrijf onder elk gedicht waarom jullie het gekozen hebben.
  9. Bij elk gedicht staan 5 verschillende soorten opdrachten: (1) Introductieopdracht, (2) Open opdracht, (3) Kunst & Cultuur, (4) Informatie zoeken en (5) Zelf schrijven.
    Maak daarna bij elk van de 3 gedichten die je hebt gekozen 2 van de opdrachten die daarbij horen. Je maakt dus in totaal 6 opdrachten. Het mag niet bij elk gedicht steeds dezelfde soort opdrachten zijn, dus wissel af per gedicht.
  10. Plak je antwoorden in het Worddocument waar ook je gedichten al in staan of voeg een printje van je antwoorden bij. Je kan de antwoorden meestal naar jezelf mailen of printen. 
  11. Maak de opdracht af door in je worddocument nog de volgende reflectievragen te beantwoorden:
    • wat vond je van deze opdracht?
    • hoe goed ging het samenwerken?
    • wat heeft de een gedaan en wat de ander?
    • vind je poëzie nu leuker dan toen je aan deze opdracht begon?
    • welke tips heb je om deze opdracht nog leuker of beter te maken.
  12. Lever de opdracht op papier in of ( als jouw docent dat goed vindt) mail hem naar jouw docent.
    in overleg kan je ook een andere manier kiezen om je resultaten te laten zien. Dit in overleg met jouw docent